Skip to main content

Het verhaal van Nyanga: 'Zij hebben in vrijheid geleefd tijdens de slavernij.'

 

De bibliotheek bouwt samen met Rotterdammers de collectie. Voor Verhalen van de stad delen tien Rotterdammers die een link hebben met de koloniale geschiedenis of het slavernijverleden hun verhalen. Ze vertellen over de boeken en films die hen hebben geïnspireerd bij de zoektocht naar hun (familie)geschiedenis. Op deze pagina lees je het verhaal van Nyanga.

Nyanga Weder wil het verschil maken. Als 8-jarige houdt ze voor haar klas al een spreekbeurt over Suriname. Als puber komt ze erachter dat haar vader een nazaat van de Marrons is. Via dans leert ze meer over de rijke en ook nog levende geschiedenis van de Marroncultuur.

 

Welke link heeft jouw familie met Rotterdam?

Mijn oma is in de jaren 50 met een groep verpleegsters vanuit Suriname met de boot naar Nederland vertrokken. Er was een tekort aan verpleegkundigen en Rotterdam kon na de Tweede Wereldoorlog alle hulp gebruiken met de wederopbouw. Er is een boek en een documentaire over hen verschenen, Zusters uit Suriname. Mijn oma vertelde mij verhalen over Rotterdam in de vroege jaren 60. Hoe zij de eerste Turkse en Marokkaanse arbeidsmigranten verzorgde die in de mijnbouw werkten, nog voordat er sprake was van gezinshereniging. En over de modderpoel voor het oude Centraal Station. Ze heeft mijn opa hier in de jaren 60 ontmoet. Hij kwam ook uit Suriname en was archivaris bij de gemeente Rotterdam. Mijn moeder en haar zussen zijn in Rotterdam geboren. In 1975 is het hele gezin, tegen de migrantenstroom in, teruggegaan naar Suriname.

Waarom is ze teruggegaan naar Suriname?

Om te helpen bij de opbouw van het land. Door de politieke onrust stroomde het land leeg, maar daarmee verdween ook alle kennis. Ze kwam als verpleegster terug, maar werd al heel snel onderdirecteur van een veehouderij. Ze had namelijk in Barneveld, naast haar baan in de zorg in Rotterdam, een diploma voor veehouderij gehaald. Mijn moeder is na haar middelbare school in de jaren 80 teruggekomen om te studeren. Mijn oma zei altijd ‘je diploma is je eerste man’.

Waarom was een diploma belangrijk voor jouw oma?

Zij heeft als kind bij een vooraanstaande familie geholpen in de huishouding. Ze had al vroeg door dat een opleiding en hard werken onafhankelijkheid betekende. Haar eigen oma heeft het einde van de slavernij meegemaakt. Toen ik puber was en interesse had in die geschiedenis, heeft zij de Slavenregisters gekocht. In dit register werden tot slaaf gemaakten van de plantages genoteerd met naam, leeftijd en het soort werk wat ze deden. Hierin hebben we samen haar oma gevonden. Haar plantagenaam was ma Adyuba en haar geregistreerde naam Johanna Sedoc uit Nickerie. Mijn oma vertelde dat zij de littekens van zweepslagen op de rug van haar oma had gezien.

Heb je de familienaam van je vader ook ontdekt in het Slavenregister?

Nee, in mijn tienerjaren ontdekte ik dat mijn vader een nazaat is van de Marrons. Er zijn zes groepen Marrons: Okanisi, Saamaka, Pamaka, Kwiïnti, Aluku en Matawai. Dit zijn tot slaaf gemaakten die zichzelf hebben vrijgevochten uit slavernij en naar het binnenland van Suriname zijn getrokken. Dit heet marronage. Die strijdbaarheid heeft plaatsgevonden vanaf het moment dat de eerste tot slaaf gemaakten in Suriname arriveerden. Plantagehouders probeerden Marrons constant terug te halen, maar zij hebben zich hevig verzet. Op 10 oktober 1760, ruim 100 jaar voor de afschaffing van de slavernij, hebben de Okanisi als eerste een vredesverdrag met de koloniale overheerser afgedwongen. Dit betekende dat ze niet meer werden nagejaagd. Ze konden autonoom hun eigen gebied in het binnenland beheren. Zij hebben in vrijheid geleefd tijdens de slavernij.

Wat betekende dat voor de identiteit van de Marrons?

Mensen zeggen dat de Marroncultuur in Suriname het best bewaarde stukje Afrika is, buiten Afrika. Dit hebben ze van generatie op generatie kunnen doorgeven. Ze woonden in de binnenlanden en vormden zes gemeenschappen. Met ieder een eigen sociale structuur, traditioneel gezag en leefregels. Tradities en inwijdingsrituelen speelden een grote rol in hun leven. Hiermee markeerden ze belangrijke mijlpalen in hun leven. Vanaf de geboorte tot aan rouwen en afscheid nemen. Nazaten van de Marrons houden de Marroncultuur in leven door onder andere inwijdingsrituelen uit te voeren en tradities door te geven aan volgende generaties.

Waarom wil je dit behouden?

Het geeft kracht, ik zou bijna zeggen perspectief in je leven. Het geeft positieve energie. Mijn vader grapt weleens dat ik nog meer nazaat ben van de Marrons dan hij, omdat ik er heel veel van weet, maar ook doordat ik de tradities in ere hou door bijzondere rituelen uit te voeren.

Hoe heb jij de Marroncultuur onderzocht?

Bij alles wat ik onderzoek of bevraag, begin ik altijd bij mezelf. Voor mij was dans de ingang. Ik dans al heel mijn leven. Als klein meisje klassiek ballet, maar sinds ik me meer heb verdiept in de marroncultuur ook traditionele dans. Tijdens de 80e verjaardag van mijn overgrootmoeder zag ik in Suriname een voorstelling van de dansgroep Saisa en toen dacht ik dat wil ik ook. Dat is nu zo’n 20 jaar geleden. Vanuit die hoek heb ik mij verdiept in de muziek, de taal, de klederdracht en de inwijdingsrituelen. Dus meer het immateriële erfgoed. Ik vind het ook belangrijk om die kennis weer te delen met anderen. Ik heb bijvoorbeeld een eerste aanzet geschreven van een Wikipedia artikel over inwijdingsrituelen bij Surinaamse Marrons. En tijdens dansworkshops leg ik niet alleen de dans uit, maar vertel ook over de traditionele kleding die ik draag.

Waar haal je die kennis vandaan?

Een tip voor iemand die zich wil verdiepen, hou het dichtbij jezelf. En lees wat je zelf interessant vindt. Persoonlijk vind ik informatieve boeken en kennisartikelen interessanter dan romans. Het boek Zeg het met doeken van Thomas Polime en Paul Faber vind ik bijzonder. Het gaat niet alleen over het gebruik van doeken en textiel, maar ook over de betekenis achter het gebaar van een doek krijgen of aan iemand schenken. In Okanisi Marron onomastiek van André R.M. Pakosie lees je over de betekenis van naamgeving binnen de marroncultuur. Ik heb dit boek gekocht toen ik zwanger was van mijn eerste kind. In De kunst van de Marrons vertellen Richard en Sally Price over de marroncultuur. Dit zijn twee antropologen die onderzoek hebben gedaan naar de Marrons in Suriname bij de Saamaka. Een voorwaarde was wel dat ze de taal moesten leren. Zo hebben zij van dichtbij het leven van de Saamaka kunnen beschrijven. Van de tentoonstelling Kunst van overleven in 2009 is een mooi boek overgebleven. Deze tentoonstelling was in het Tropenmuseum en gaf inzicht in de geschiedenis en ook het hedendaags perspectief van de marroncultuur. Aan Rotterdam een postkoloniale stad in beweging heb ik zelf meegewerkt. Je leest hierin het essay Welke sporen horen we, een project over bewustwording van stereotypes in hedendaagse muziek en muziekvideo’s. Deze heb ik samen met Surya Nahumury geschreven.

Hoe geef jij je kennis door?

Ik geef graag kennis door. Op mijn 8e stond ik al met mijn spreekbeurt over Suriname voor de klas. En in VWO5 heb ik hetzelfde gedaan toen ik merkte dat slavernij werd onderbelicht in de geschiedenisles. Ik vertelde toen niet alleen over slavernij, maar ging ook de dialoog aan met mijn Turkse en Marokkaanse en witte Nederlandse klasgenoten om het belang uit te leggen van het vertellen van migratieverhalen ‘zodat mensen in Nederland weten waarom en hoe je hier terecht bent gekomen’. Ik vind het belangrijk dat mensen zien dat het verleden nog steeds sporen heeft in het heden. Ik heb bewust Cultuurwetenschappen gestudeerd, omdat ik hoop dat ik het verschil kan maken en iets kan bijdragen aan deze generatie en de komende. Door dingen te onderzoeken, te bediscussiëren en te delen.

Event: Black Heritage & Fashion

Op 24 juni organiseert Nyanga de talk Black heritage & fashion in het Bibliotheektheater. In het gesprek komen vragen aan bod als; Hoe dragen wij onze Black Culture? In hoeverre nemen we kleding vanuit het verleden mee in het nu? En wat betekent dit voor de drager en de aanschouwer? 

Het gesprek zal worden ingeleid door modeactivist Janice Deul en vervolgens zal er een gesprek plaatsvinden tussen Jane Stjeward, Cheyenne Nelson, Marjorie Fernandes en Andy Arduin. Dit zijn allen professionals die zich laten inspireren door diaspora-erfgoed op het gebied van mode en terug laten komen in hun eigen werk. Het evenement is gratis te bezoeken, reserveer hier je ticket.