Skip to main content

Het verhaal van Jim: 'Wie zijn wij?'

De bibliotheek bouwt samen met Rotterdammers de collectie. Voor Verhalen van de stad delen tien Rotterdammers die een link hebben met de koloniale geschiedenis of het slavernijverleden hun verhalen met ons. Ze vertellen over de boeken en films die hen hebben geïnspireerd bij de zoektocht naar hun (familie)geschiedenis. Op deze pagina lees je het verhaal van Jim Schalekamp.

Jim Schalekamp weet inmiddels dat hij zowel Afro-Surinaamse als West Europese roots heeft. De aanleiding om op zoek te gaan naar zijn afkomst, was het overlijden van zijn vader in 2013. ‘Toen ik de grafsteen met namen op ons familiegraf zag, vroeg ik mij af: “Wie zijn wij?”   

Wat was de aanleiding van de zoektocht naar je afkomst?

Toen mijn vader in 2013 overleed, heeft mijn moeder hem begraven in het familiegraf van haar moeder. Daar lagen mijn oma Stolting en haar twee zussen. Toen ik de grafsteen met namen zag, vroeg ik mij af: Wie zijn wij?

Hoe ben je begonnen met zoeken?

Als je namen hebt, kom je een heel eind. Aan de kant van mijn vader is het tot 1700 redelijk vindbaar. Nederland registreert sinds de Franse Tijd alle geboortes, huwelijken en overlijden in de burgerlijke stand. En voor die tijd hield de kerk de administratie van de bevolking bij. Aan de kant van mijn moeder is het lastiger. Zij heet Johanna Schalekamp-Meiners. Dochter van Johan Diderich Meiners en Henriette Georgine Amalia Stolting. Mijn opa en oma. Zij hebben elkaar ontmoet in Paramaribo. Mijn opa was vanuit Nederland naar Suriname gekomen om te werken. Hij was directeur op plantage Mon Tresor en in dienst van een Rotterdams bedrijf. Mijn oma is in 1894 in Paramaribo geboren. Zij heeft voorouders die tot slaaf gemaakt zijn en die kan ik moeilijker terugvinden.

Wat zoek je precies?

Ik zoek feiten die zijn vastgelegd in oude testamenten, officiële registers of boeken. Ik vind veel via internet, op websites zoals wiewaswie.nl, delpher.nl en myheritage.com. Maar ik doe ook ouderwets speurwerk bij het Nationaal Archief in Den Haag. Dan blader ik door boeken van 700 pagina’s zonder index en roep hardop ‘dit wordt niks, dit wordt niks, dit wordt niks’. Maar als ik dan toch een naam vind, geeft dat een kick. En een tip voor iemand die net begint: organiseer je documenten! Ik digitaliseer mijn documenten, benoem ze duidelijk zodat ik ze makkelijk kan terugvinden en archiveer ze op jaartal. Je wordt gek anders.

Wat heb je ontdekt in de stamboom van je moeder?

Ik heb een hele tijd geloofd dat ene Philip Stolting bij mij hoorde, maar dat is helemaal niet zo. Hij is de naamgever van de Stoltings, maar geen bloedvoorouder. Ik nam aan dat hij kinderen had gekregen met een tot slaaf gemaakte vrouw, maar hij bleek kinderloos. Hij had minstens vijftig tot slaaf gemaakten en hij heeft ene Michael vrijgemaakt. Michael noemde zich hierna ‘de vrije Dirk van Stolting’. Hij is een van mijn voorouders.

Het duurde echter vier generaties, voordat de familie helemaal slavenvrij was. Uit inboedellijsten bleek dat vrijgemaakten in die familie ook weer tot slaaf gemaakten bezaten, soms eigen familieleden zoals een moeder of een kind. Dit houdt mij bezig. Hadden ze geen geld om hen vrij te kopen? Wat heeft er zich afgespeeld in hun levens?

Hoe probeer je daar achter te komen?

Ik lees veel. Over het leven in Suriname in de koloniale tijd. Matthew Parker beschrijft in Willoughbyland de Engelse periode van Suriname, van vóór 1667. Bloed in de Rivier van Marjoleine Kars gaat over een gruwelijke slavenopstand in 1763 in Berbice, een voormalige Nederlandse kolonie, grenzend aan Suriname. En Dichter in de jungle van Roelof van Gelder, is een biografie van een Schotse soldaat, John Gabriel Stedman, die in het Nederlandse leger vocht tegen de marrons, de gevluchte slaven die het onbereikbare binnenland introkken. Maar ik lees ook over slavernij in andere werelddelen. De Ruwe Oversteek van Simon Schama laat zien hoe Groot-Brittannië de tot slaafgemaakten in Amerika manipuleert om tijdens de Amerikaanse Revolutie voor hen te vechten. In ruil hiervoor beloofde hij hen een stuk land en vrijheid. Hij beschrijft beeldend de lange strijd die uiteindelijk leidde tot afschaffing van slavernij in Groot-Brittannië. En de Geschiedenis van de slavernij van Dick Harrison geeft een overzicht van alle vormen van slavernij vanaf de oudheid tot nu. Verder heb ik ook boeken gevonden waarin de familie Stolting is beschreven, maar die zijn lastig te verkrijgen en behoren tot mijn privécollectie. 

Door mij te verdiepen, probeer ik een beetje te begrijpen hoe de maatschappij toen functioneerde. Hiermee vul ik de gaten die zijn gevallen in het verhaal van mijn familie en krijg ik een indruk onder wat voor erbarmelijke omstandigheden zij hebben geleefd.

Welk verhaal haal je er zelf uit?

Stolting is een familie van sterke vrouwen. Ik vind het opmerkelijk dat de naam Stolting een aantal keren van moeder op kind is doorgegeven. Misschien omdat het kind niet was erkend door de vader. In mijn ogen zijn deze moeders sterke vrouwen die de bloedlijn hebben doorgegeven. Wanneer mijn voorouder Afi eindelijk wordt vrij gemaakt door haar eigen oma, laat ze zich dopen en vraagt ze een officiële naamsverandering aan. Ze heet hierna Christina Carolina Cornelia Stolting en behoort tot de dan opkomende gekleurde elite van Suriname. Later wordt haar kleinzoon schoolhoofd van een basisschool. Ik vind het bewonderingswaardig dat je van zo’n beroerde achtergrond iets kan maken.

Wat voor invloed heeft deze zoektocht op jouw leven?

Persoonlijk op mij niks. Behalve dat mijn moeder vertelde dat zij als donkerkleurig kindje vroeger in de klas werd gepest en ik in de jaren 80 weleens bij de douane op Schiphol uit de rij werd gehaald, omdat ik wat donkerder terugkwam van vakantie, heb ik mij kunnen ontwikkelen als mens en leef ik een vrij leven. 

In mijn werk kom ik in aanraking met moderne slavernij. Het leven van arbeidsimmigranten. Daar vindt veel uitbuiting plaats, van malafide werkgevers tot gewiekste huisbazen. Dit komt vooral omdat mensen de weg naar de juiste instanties niet kennen, niet weten wat hun rechten zijn en ze last hebben van de taalbarrière. Maar dit verschilt met slavernij uit de tijd van mijn voorouders, waarin je een ander mens volledig het recht en zijn menselijkheid ontneemt, hem letterlijk brandmerkt als bezit. Dat is ongeveer alles wat je niet wil, als mens. En dat vind ik ook wel pijnlijk. Ik vind het belangrijk om met mijn kinderen hierover te praten. 

Ben je erachter gekomen wie jullie zijn?

Voor een groot deel, maar er zijn genoeg open eindes om te onderzoeken. Ik hoop nog iets te kunnen vinden over de ‘de vrije Dirk van Stolting’. Hij bleek namelijk uit de boedel te komen van een zakenpartner van Philip voordat hij werd vrijgemaakt. Zo ging dat vroeger, tot slaaf gemaakten hoorden bij de boedel. Ik ga in maart met mijn vrouw voor de eerste keer naar Suriname. Ik ga verder met mijn zoektocht.

Jim tipt ook: