Skip to main content

Het verhaal van Archell Thompson

De bibliotheek bouwt samen met Rotterdammers de collectie. Voor Verhalen van de stad delen tien Rotterdammers die een link hebben met de koloniale geschiedenis of het slavernijverleden hun verhalen met ons. Ze vertellen over de boeken en films die hen hebben geïnspireerd bij de zoektocht naar hun (familie)geschiedenis. Op deze pagina lees je het verhaal van Archell Thompson. Vanaf 2 oktober is zijn verhaal en selectie te zien in de Centrale Bibliotheek. 

De wereld ligt open voor Archell Thompson, als hij als 21-jarige in Nederland arriveert. Zoals voor vele generaties vóór hem was het ook voor hem logisch om vanuit de Nederlandse koloniën naar Nederland te migreren. Wanneer hij zichzelf hier tegenkomt en merkt dat hij veel te verwerken heeft, leert hij te praten over zichzelf. Iets dat hij niet kende van huis uit. In het theater vindt hij zijn stem. Hier voelt hij de veiligheid om een verhaal te vertellen en moedigt hij anderen aan dit ook te doen.

Waarom is praten met elkaar belangrijk?

Het is een krachtig middel om een connectie te maken met een ander. Kijk elkaar in de ogen en praat met elkaar. Vooral over onderwerpen waar taboes en schaamte omheen hangen. Elkaar begrijpen, daar gaat het om. Ik ben vrijwilliger in een hospice. Daar ontmoet ik mensen in hun laatste dagen, soms uren. Ik luister naar hun verhalen. Het valt me op dat veel mensen niet praten over dingen die ze hebben meegemaakt in hun leven.

Praat jij makkelijk?

Ik groeide er niet mee op. Bij mij thuis in Curaçao praatten we niet over taboes en gevoelige onderwerpen. We praatten over andere mensen, maar over onszelf? Nee, dat was not done.

Kan je een voorbeeld geven van een taboe in jouw familie?

Mijn opa heette Oswald Thompson. Hij verliet mijn oma toen mijn vader 6 jaar was. Daar spraken we niet over. Hij was advocaat en kon in Engeland studeren. Mijn oma mocht niet mee van haar moeder en hij koos voor zijn carrière. Mijn moeder vertelde dat mijn vader het kwalijk vond dat Opa Oswald was vertrokken en hem zijn onbezorgde jeugd had afgenomen. Een paar jaar geleden werd ik nieuwsgierig naar mijn opa. Mijn oma had ansichtkaarten van hem met postzegels uit Saint Kitts en Nevis, een eiland in de Caraïbische zee. Ik ben afgelopen maart drie weken geweest, maar ik heb niks in de archieven kunnen vinden. Ik heb alleen een ansichtkaart met advies aan zijn zoon: ‘zorg dat je een goede opleiding krijgt, zodat je geen schoenen hoeft te poetsen voor andere mensen’. Mijn vader had een goede baan in de gevangenis. Ik kende geen armoede, misschien wel armoede qua aandacht en liefde.

Hoe is het jou gelukt om te praten over taboes en schaamte?

Ik heb het mezelf geleerd. Ik ben 27 jaar geleden vanuit Curaçao naar Nederland verhuisd. Voor mij een logische keuze, want Curaçao was tot 2010 nog onderdeel van de Nederlandse Antillen. Eigenlijk zoals het voor veel mensen in Nederlandse koloniën logisch was om naar Nederland te gaan. Wij kregen Nederlands onderwijs, hadden de Nederlandse nationaliteit en familieleden woonden er. Ik verhuisde naar Nederland voor, zoals vele anderen, een betere toekomst, opleiding en het avontuur. Maar ik liep hier vast. Ik zat in de criminaliteit en mijn harde opvoeding van vroeger, met veel slaag, zat mij in de weg. Een vriendin vroeg of ik over mijn trauma’s wilde praten. Ik wilde wel, maar ik wilde er ook iets mee doen. Ik ontmoette toen Kenneth Asporaat van het Huis van Asporaat. Samen met hem schreef ik mijn verhaal. We maakten er een theatervoorstelling van ‘De Naakte Antiliaan’. In de voorstelling vertelde ik open over mijn leven. Doordat ik mezelf openstelde aan het publiek, kreeg ik reacties terug en daar leerde ik van, over mezelf maar ook hoe het is om te praten over lastige onderwerpen. Openheid is om te helen. Niet om iemand de schuld te geven, want dan ben je het punt voorbij. Openheid is willen weten waarom de dingen zijn gegaan zoals ze zijn gegaan. Dan begrijp je waarom je dingen doet en ontdek je wie je bent.Na die eerste theaterproductie ben ik verdergegaan met theater.
Kunst heeft mijn leven gered.

Wat bereik je met theater?

Als ik theater maak wil ik iemand raken, iemand ongemakkelijk laten voelen. Maar laten we praten over die ongemakkelijkheid zonder elkaar de schuld te geven. Dus onderwerpen met een maatschappelijk thema, taboes of schaamte zullen mij altijd intrigeren. Waar we niet over praten, daar doe ik iets mee.

Aan het theaterstuk Tula, waarin ik de vrijheidsstrijder Tula van Curaçao speel, ging een gesprek met mijn dochter vooraf. Ze vertelde dat ze haar haar altijd in een bepaalde stijl droeg om er niet op gewezen te worden. Ik werd daar zelf ongemakkelijk van, dat zij hierom gediscrimineerd werd. Ik ben me gaan verdiepen in de slavernij, iets waar ik eerder niet in geïnteresseerd was. Ik had veel discussies met vrienden over bijvoorbeeld kindermishandeling. Mensen zeiden dat dit door het slavernijverleden kwam, dat vond ik een excuus om dat te blijven doen. Want als je het weet, waarom verander je dan niet. Maar toen discriminatie dus dichtbij kwam, ontdekte ik het echte verhaal van Tula. Als kind kende ik Tula alleen als je iemand wilde pesten, dan noemde je hem Tula, alsof diegene lelijk was. Het was geen geschiedkundige voorstelling, maar ik gebruikte het verhaal van Tula om het gesprek aan te gaan met het publiek. Discrimineer je zelf ook naar anderen? Ik zeg altijd ‘Tula was mentaal vrij, maar fysiek vast’. En in deze tijd zijn wij vrij, maar hoe vrij zijn wij eigenlijk mentaal?

Hoe heb je je voorbereid voor deze voorstelling?

Kijk, in de Caraïbische gemeenschap, ik generaliseer hè, maar we houden niet van lezen. Daarom is theater ons ding. We luisteren liever naar orale verhalen. Ik heb natuurlijk op school leren lezen, maar een boek uitlezen en me verdiepen in de inhoud leerde ik in Nederland. Boeken worden pas interessant voor mij als ik een voorstelling ga maken.

Welke boeken heb je zoal gelezen voor je voorstelling Tula?

Tula, verloren vrijheid van Jeroen Leinders. Een historische roman over Tula. En Het slavenschip van Marcus Rediker. En Slavernij & vrijheid op Curaçao van Han Jordaan. Of The slave trade van James Walvin. Maar ik heb voor deze voorstelling ook veel films gekeken zoals Gone with the Wind, een klassieker uit 1939 in de tijd van de Amerikaanse burgeroorlog.

Waar ben je nu mee bezig?

Ik doe met mijn productiemaatschappij DNA Storytellers kleinschalige theatervoorstellingen in Huizen van de Wijk. Dit zijn locaties waar buurtbewoners elkaar ontmoeten. Ik wilde dichter bij het publiek komen en van het theaterpodium af. In deze producties werk ik met mensen die iets traumatisch hebben meegemaakt. Door samen met mij te acteren verwerken zij hun trauma. Het maakt veel los bij het publiek. Ze voelen zich ongemakkelijk, gaan naar het toilet, sommigen lachen, waar anderen weer boos om worden. Ik zeg altijd tegen de ‘acteurs’, het is niet persoonlijk bedoeld. Het zijn producties met veel ruimte voor storytelling, een beetje theater en een nagesprek met het publiek. Geen discussie, maar een gesprek.

Ik ben voor de liefde naar Rotterdam gekomen. Ik voel mij thuis in deze stad. Maar het is ook een stad met armoede, waar voordeuren vaak op slot zijn. Door mijn werk in de wijk merk ik dat ík wel achter de voordeur kan komen, door eerst de connectie te maken.

Archell tipt ook:

  • Film Glory (1989). Schildering van de oprichting en vaak bloederige wapenfeiten van het eerste geheel uit zwarte vrijwilligers bestaande regiment dat in de Amerikaanse Burgeroorlog aan de zijde van de Yankees meevocht.

  • Film Gone With The Wind (1939). Een jonge aristocratische vrouw uit Georgia tracht zonder scrupules en ten koste van de tradities van haar klasse, iets te redden uit de ruïnes van de Amerikaanse Burgeroorlog.

  • Film Django Unchained (2013). Als in 1858 in het zuiden van de Verenigde Staten een Duitse premiejager de tot slaaf gemaakte Django vrijkoopt, nemen zij samen wraak op de voormalige slavendrijvers.

  • Film Amistad (1997). In 1839 overmeestert een groep Afrikaanse tot slaaf gemaakten het Spaanse schip La Amistad en belandt daarna in Amerika in de gevangenis. De Afrikanen staan terecht voor moord maar al gauw ontaardt het proces in een juridische touwtrekkerij om het eigendomsrecht van de Afrikanen.

  • Film Tula The Revolt (2013). Op Curaçao, rond 1795 kan een jonge tot slaaf gemaakte man de onvrijheid en de ongelijkheid niet meer verdragen en komt in opstand.

  • Film 12 Years a Slave (2013). Een vrije zwarte man wordt in 1841 onder valse voorwendsels ontvoerd en verkocht als slaaf.