Skip to main content

‘Een deel van hun geschiedenis is voor hen onvindbaar ...’ Het verhaal van Peggy Bouva

De bibliotheek bouwt samen met Rotterdammers de collectie. Voor Verhalen van de stad delen tien Rotterdammers die een link hebben met de koloniale geschiedenis of het slavernijverleden hun verhalen. Ze vertellen over de boeken die hen hebben geïnspireerd bij de zoektocht naar hun (familie)geschiedenis. Op deze pagina lees je het verhaal van Peggy Bouva.

Wanneer Peggy Bouva rond haar 20e naar de binnenlanden van Suriname trekt, maakt ze kennis met het verhaal van de marrons, de afstammelingen van de tot slaaf gemaakten die naar het ondoordringbare oerwoud van Suriname waren gevlucht. Dit deel van de geschiedenis is nieuw voor haar. Ze wordt nieuwsgierig en duikt in haar eigen familiegeschiedenis. Onderweg ontmoet ze Maartje Duin, een afstammeling van een plantagehouder. Ze blijken meer met elkaar gemeen te hebben en ze besluiten samen onderzoek te doen. In 2020 lanceren ze de podcast ‘De plantage van onze voorouders’. Het lukt Peggy een aantal cruciale puzzelstukken te leggen en ze ontdekt de spirituele nalatenschap van haar voormoeder Philida.

Wanneer ben jij op zoek gegaan naar jouw familiegeschiedenis?

Rond mijn 20e ben ik alleen met mijn zusje naar Suriname geweest. Als kind ging ik met mijn ouders voor familiebezoek en kleine uitstapjes buiten Paramaribo, de grote stad. Deze keer wilden mijn zusje en ik het land zelf ontdekken. We trokken naar de binnenlanden van Suriname, luisterden naar verhalen en ontdekten een onbekend deel van onze geschiedenis. Dat maakte mij strijdvaardig en nieuwsgierig. Hoe zat het dan met mijn voorouders, de geschiedenis van Suriname en de slavernij? 

Waarom hebben mensen behoefte hun familiegeschiedenis te onderzoeken?

Voor sommige mensen zijn bepaalde dingen vanzelfsprekend. Ze weten waar ze vandaan komen en kennen de oorsprong van hun tradities. Voor hen is het ook vanzelfsprekend dat er altijd iets over terug te vinden is. Bij veel mensen is dat niet zo. Een deel van hun geschiedenis is voor hen onvindbaar, omdat dat (nog) niet toegankelijk is in archieven of simpelweg niet is beschreven. Familieverhalen en -tradities zijn hen niet bekend, omdat ze niet werden doorgegeven door ouders die meer waren gefocust op werken en de toekomst. Op het moment dat je beseft dat er iets ontbreekt, bedenk je wat voor invloed dit heeft op je leven en ga je op zoek naar wat je mist.

Hoe heb jij jouw zoektocht aangepakt?

Tijdens de zoektocht naar mijn voorouders heb ik me ook meer verdiept in de algemene geschiedenis van de slavernij. Ook door boeken te lezen vorm ik mij een beeld over hoe het leven toen was. Momenteel ben ik bezig in het boek Barracoon. Hierin vertelt Oluale Kossola zijn verhaal. Hij is de laatst bekende overlevende van de slavernij, die vanuit West-Afrika in 1860 naar de Verenigde Staten is verscheept. Zora Neale Hurston heeft hem geïnterviewd toen hij al in de 80 was. Verder ben geïnteresseerd in patronen die generatie op generatie terugkeren in de levens van nazaten van de Afrikaanse diaspora en hoe je die doorbreekt. Glenn Helberg laat in Als ik luister als psychiater zien hoe gebeurtenissen een leven kunnen vormen, maar ook hoe je daar mee om kunt gaan. Aminata Cairo legt in Holding Space het belang uit van het doorvertellen van verhalen in de familie en de gemeenschap. In Alles over de Vrede van verzetsstrijder Frank Dragtenstein lees je over zijn kijk op vrijheid en vrede via zijn correspondentie met het koloniaal bestuur in Suriname. Maar ook romans zoals Hoe duur was de suiker van Cynthia McLeod en Plantage d’amour van Clark Accord geven een goed beeld van het leven op een plantage. 

Wat wist je aan het begin van de zoektocht van je familie?

Ik heb mijn opa’s en omas gekend. Maar alleen als kleinkind, toen zij ouder waren. Ik wist niks van hun kindertijd en hun voorouders. Mijn vader vertelde dat mijn opa Bouva door de Fraters van Tilburg (Katholieke kerk), in Suriname was opgeleid tot timmerman. Hij had een eigen timmermansbedrijf. Hij had een goed aanbod gekregen om in Nederland te werken met garantie op een woning en een baan.

Wat heb je gedaan om het verhaal in kaart te brengen?

Ik heb contact gezocht met familieleden in Nederland en Suriname. Zij hebben ook onderzoek gedaan naar onze familiegeschiedenis, maar de puzzel was voor mij niet compleet. Soms was er alleen een bijnaam en niet de echte naam. Dat was lastig. Ik liep vast bij oma Matje, de moeder van mijn opa Bouva. Waar kwam zij vandaan en wie waren haar ouders? Er waren wel verhalen, maar weinig kon met documenten ondersteund worden.

Waar vond je de eerste documentatie buiten het eigen familiearchief?

In het Nationaal Archief in Den Haag. Ik had me opgegeven voor een bijeenkomst van de Stichting Surinaamse Genealogie (SSG). Hier zag ik voor het eerst de stamkaarten van de Bouva’s. Ik las hun namen en waar ze hadden gewoond. Maar ik vroeg me af wie van deze mensen nou bij mij hoorde. Ik kwam de eerste drie generaties Bouva ook tegen in het boek Familienaam & Verwantschap van Geëmancipeerde slaven in Suriname van Humphrey Lamur. Ik raad dit boek aan voor mensen die onderzoek doen naar hun familiegeschiedenis.

Ben je erachter gekomen wie er bij je hoort?

Ja, ik heb de lijn gevonden van de oudste stammoeder van mijn oma Matje. Haar slavennaam was Willemijntje, haar doopnaam Philida. Zij is zeven generaties van mij verwijderd. Ik weet ook de namen van alle generaties na haar. Ze behoorde tot de drie generaties tot slaaf gemaakte Bouva’s en leefde op suikerplantage Tout Lui Faut.

Waar heb je hen gevonden?

In een archief van de Evangelische Broedergemeente (EBG) in Suriname. Ik was daar voor de podcast De plantage van onze voorouders. In 2018 werd ik door radiomaker/podcastmaker Maartje Duin benaderd. Zij ontdekte dat zij via haar moeder, Albertine Duin-barones van Lynden, een voormoeder had die 1/72 deel eigenaar was van plantage Tout lui faut. Maartje worstelde met dit deel in haar familiegeschiedenis. In haar onderzoek stuitte zij op de naam Bouva, een tot slaaf gemaakte familie op suikerplantage Tout lui faut. Ze vroeg zich af of er nog nazaten leefden van deze Bouva’s en kwam mij op het spoor. Maartje stelde voor samen ons verleden te onderzoeken. In 2020 hebben we een 8-delige podcast uitgezonden. Een bijzondere zoektocht van ons beiden. We hebben hierna samen een stichting opgericht en organiseren dialoogbijeenkomsten om de gezamenlijke geschiedenis van het koloniaal- en slavernijverleden bespreekbaar te maken. Het zijn ongemakkelijke gesprekken, maar wij hopen dat mensen het belang zien van het erkennen van die geschiedenis. En daarnaast hoe je het blijvende effect van dit verleden in de huidige samenleving herkent. 

Wat deed het met je toen je die lijn van je oudste stammoeder ontdekte?

We hebben kunnen achterhalen waar de plantage Tout lui faut lag. Toen ik daar stond, langs de Surinamerivier, voelde ik de energie van mijn voorouders. Ik heb hen een plengoffer kunnen bieden. Dit is een ritueel om waardig jouw voorouders te eren en te gedenken. Ik heb nu een vollediger beeld van hun leven. Het geeft mij kracht. In de archiefstukken las ik dat Philida beschreven werd als oud en af. Ze kon niet meer op het veld werken en werd kindermeisje. Ze scheen veel spelletjes te spelen met de kinderen op de plantage. Ik ben opgegroeid met spelletjes spelen. Elke zaterdagavond ging de televisie uit en verzamelde de familie zich rond de eettafel. En ik heb zelf in 2006 een educatief kennisspel uitgebracht ‘Hoe goed ken je Suriname?’ Dit is Philida’s invloed, onze liefde voor samen al spelend leren, haar bijdrage aan ons.


Interview door Bianca de la Lettre
Lees meer over het project Verhalen van de stad

Peggy tipt ook: