Skip to main content

Toonladders en akkoorden

Een toonladder is een omhoog of omlaag lopende opeenvolgende reeks tonen. Het karakter en de benaming van een toonladder wordt bepaald door de begintoon en het patroon van hele en halve toonsafstanden binnen de reeks. Hieronder de toonladerC grote terts, (de vertikale plaats van de  bolletjes met de streepjes op de notenbalk geeft de toonhoogte weer, het tijdsverloop vindt in horizontale richting plaats, toonhoogtes van de noten worden aangeduid met de letters van het alfabet (A-G):


De toonladder van C kleine terts begint en eindigt op de zelfde toonhoogte (C), alleen de afstand van de tweede tot de derde toon is nu niet een hele toonsafstand, maar een halve. De afstand van de derde tot de vierde toon is nu een halve toon in plaats van een hele in de grote terts toonladder. Dat is zichtbaar door het 'b' teken, dat de derde noot een halve toon in hoogte verlaagt. Kijk en luister naar het verschil: 

Bij werken van klassieke componisten kom je wel eens de aanduiding tegen: "Pianoconcert in C grote terts".  Dat betekent, dat de gebruikte tonen overeen  komen met die van bovenstaande toonladder in C grote terts.    

Een akkoord is een verzameling gelijktijdig klinkende tonen uit zo’n toonladder. Een eenvoudige melodie kan begeleid worden door 3 akkoorden, volgens een basisprincipe van een stapeling van tertsen: één gebouwd op de basistoon, in onderstaand geval C, één op de 5e toon,(dominant) op de toon G, en één op de 4e toon, (subdominant) de toon F:

De opbouw en volgorde van akkoorden binnen een muziekstuk is aan bepaalde regels gebonden en kan varieren. Op een tokkel- of toetsinstrument of in ensemblevorm gespeelde accoorden zorgen voor de begeleiding en geven als het ware kleur aan een melodie en ondersteunen hiermee tegelijkertijd het spanningsverloop. Het akkoord op de basistoon, de grondtoon geeft het rustpunt aan. Het accoord op de 5e toon staat daarmee op gespannen voet, geeft het spanningsmoment aan en heeft de neiging op te lossen in het akkoord op de basistoon. Om het spanningsgevoel te versterken is er bijna altijd een extra zevende toon aan toegevoegd. Het akkoord op de 4e toon staat daar qua frictiegevoel ergens tussen in. De opbouw van onze westerse muziek is voor een groot deel al een paar eeuwen gebaseerd op dit beginsel.   
In onderstaand voorbeeld zie en hoor je eerst alleen de melodie van 'God rest you merry gentlemen'

Vervolgens dezelfde melodie maar nu in de begeleiding eenvoudige akkoorden, het zijn er maar 2, conform de aanduidingen boven de notenbalk (E min etc):

Tot slot de melodie, maar nu met meer variatie in de begeleidende akkoorden:

Bij het laatste akkoord voel je nog een zekere spanning, het stuk is nog niet af. Hier staat een acoord, dat opgebouwd is op de 5e toon (toonhoogte B) vanaf de basis/grondtoon (toonhoogte E). Als je de volledige melodie kent, probeer zelf te horen wanneer de melodie weer een rustpunt bereikt. Daar kun je dan weer het accoord gebruiken, gebouwd op de basistoon E.

  • Voor een compleet online overzicht van alle typen akkoorden, toonladders voor gitaar en piano, en hoe ze klinken ga naar Chordhouse.
  • Om een idee te krijgen hoe je op een iPad met akkoorden te spelen klik hier

Bibliotheek Rotterdam beschikt over een uitgebreide collectie boeken over muziektheorie. Voor een lijst klik hier